Warmte
Reptielen zoals kameleons zijn koudbloedige dieren. Deze term “koudbloedige” is eigenlijk een oude term voor “ectotherm”. Dit betekend dat het dier niet zelf warmte maakt en dat vasthoudt tot een constante lichaamstemperatuur, maar dat het warmte gebruikt van de omgeving om zich op te warmen. Niet zoals mensen of zoogdieren, die zelf warmte produceren en vasthouden en zichzelf warm houden door een vacht en zich afkoelen door bijv. zweten. Een kameleon moet daarom warmte kunnen opnemen van de omgeving, bijvoorbeeld van een warmtelamp
Reptielen moeten hun temperatuur regelen door hun gedrag: als ze het te koud hebben, moeten ze een warmere plek opzoeken. Als ze het te warm hebben moeten ze naar een koelere plek gaan. De meeste reptielen gaan in de volle zon liggen om zich door de warmtestraling op te warmen.
Een Jemen kameleon doet dat ook; in de zon warmt zij zich op. In je terrarium moet je de zon vervangen voor lampen die warmte afgeven. Een gewone gloeilamp geeft warmte af, maar speciale warmtelampen ook. Het is niet per sé nodig om speciale warmtelampen te kopen (een speciale UV lamp is wel nodig, maar daar lees je hier meer over)
Verder moet het terrarium zelf ook op een goede temperatuur zijn; ongeveer 28 tot 32 °C s voor een Jemen kameleon overdag, en 18 – 25 °C ’s nachts. Onder de lamp moet het tot wel 38 graden Celsius kunnen worden. Er moet een warmtegradiënt in het verblijf aanwezig zijn: dit betekend dat het in de ene hoek van het terrarium wat koeler moet zijn, en in de andere wat warmer. Zo kan je kameleon zelf kiezen waar hij gaat zitten: onder de lamp, in het koele gedeelte of in het warme gedeelte. Je kan de gradiënt tussen de 18 en 38 °C maken. Meestal ontstaat dit vanzelf omdat de lampen het verblijf aan de bovenkant verwarmen, maar je moet het altijd even controleren met een goede thermometer.